Veiligheidsbewustzijn verhogen met kennis over noodverlichting

01.11.2023 Niels van der Horst

Veiligheidsbewustzijn verhogen met kennis over noodverlichting

De Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Noodverlichting (NVFN) zet zich onder andere in voor meer bewustzijn van het belang van noodverlichting. Om de kennis rond noodverlichting te vergroten en te delen met installateurs, gebouwbeheerders en andere belanghebbenden werkt de vereniging samen met deskundigen en andere instellingen uit de branche.

Eén van de wijzen waarop de NVFN het veiligheidsbewustzijn wil verhogen, is het geven van cursussen en opleidingen. De doelgroep krijgt zo de benodigde kennis en juiste vaardigheden voor de installatie, het onderhoud en testen van noodverlichting. Ook organiseert de vereniging geregeld bijeenkomsten waar professionals elkaar kunnen spreken over de ontwikkelingen in het vakgebied. Daarnaast is de NVFN samen met andere instellingen betrokken bij het ontwikkelen van richtlijnen en normen voor noodverlichting en is nog de zogeheten erkenningsregeling gelanceerd. Die regeling bestaat uit het ontwerpen en installeren van een noodverlichtingsinstallatie en het onderhoud van noodverlichtingsarmaturen en centrale noodvoedingssystemen. Ze maakt meer bewust en biedt ook enige erkenning voor NVFN-leden.

Het begrip noodverlichting
Het is essentieel dat de gehanteerde begrippen binnen het vakgebied noodverlichting gedeeld worden en alom bekend zijn. Definities zijn dan ook afgeleid van geharmoniseerde Europese toepassingsnormen. Zo omvat noodverlichting niet alleen noodevacuatieverlichting maar ook vervangingsverlichting. De eerste is een voorziening voor mensen die door een calamiteit met stroomuitval een locatie per direct moeten verlaten of, voor ze weg kunnen, eerst nog een (vaak gevaarlijk) proces moeten stopzetten. Vervangingsverlichting betreft volwaardige verlichting die aanspringt na stroomuitval, zodat de reguliere activiteiten gedaan kunnen blijven worden.

Noodevacuatieverlichting
De focus van de NVFN ligt op noodevacuatieverlichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vluchtrouteverlichting, vluchtrouteaanduiding, anti-paniekverlichting en verlichting voor werkplekken met verhoogd risico. De verlichting van een vluchtroute maakt mogelijke obstakels goed zichtbaar, zodat een gebouw veilig kan worden verlaten. Vluchtrouteaanduiding gaat om de markering van zo’n route. Het zijn de herkenbare, permanent verlichte pictogrammen die de kortste weg naar veiligheid aanduiden. In de NEN 3011 en NEN-EN-ISO 7010 wordt dit uitvoerig omschreven. Om tijdens een noodsituatie een plek te bereiken vanwaar vervolgens een vluchtroute gevolgd kan worden, wordt gebruik gemaakt van anti-paniekverlichting. Verlichting voor werkplekken met verhoogd risico ten slotte, maakt het mogelijk om de correcte afsluitprocedure uit te voeren voor mensen die verantwoordelijk zijn voor (gevaarlijke) processen of personen die in een gevaarlijke situatie terecht kunnen komen.

Wet- en regelgeving
Rondom noodverlichting bestaan meerdere wetten en regels. Vooral voor gebouwbeheerders is het door de hoeveelheid ervan niet altijd even overzichtelijk. Wanneer eigenaren moeten investeren in noodverlichtingsinstallaties, dienen kritische vragen over de noodzaak en onderliggende wetgeving en veiligheidseisen te kunnen worden beantwoord. Om uit een norm of wettekst te destilleren waar armaturen ten behoeve van noodverlichting precies geplaatst moet worden en hoeveel er nodig zijn, is geen gemakkelijke opgave. Het is zeer belangrijk om de betreffende wetten en regels in de juiste volgorde na te lopen. Het Bouwbesluit en de Arbowet bestaan in principe naast elkaar waarna naar de NEN, EN, ISO en ISSO wordt gekeken. De NVFN biedt een uitgebreide opsomming en bespreking van alle details.

Accu’s
Door fabrikanten van noodverlichting wordt veel zorg besteed aan de selectie van de juiste accu voor hun producten. De elektronica die zorgt voor het opladen van een accu en het periodiek testen van de werking ervan, wordt per accu geoptimaliseerd. Bij de selectie gaat het om het meewegen van eigenschappen als het temperatuurbereik, de capaciteit, kwaliteit en betrouwbaarheid. Op basis van allerlei tests en de Europese normen moeten fabrikanten een levensduur voor accu’s garanderen van tenminste vier jaar. Accu’s kunnen preventief of correctief worden vervangen, waarbij preventief meer zekerheid geeft.

Origineel of alternatief
De zekerste manier om de juiste accu te selecteren is om een originele versie te kiezen die door de fabrikant verkocht wordt. Bij andere accu’s is de kans aanzienlijk dat één of meerdere eigenschappen van de batterij niet overeenkomen met de initiële keuze van de producent. Daardoor kan de fabrikant een goede werking van de accu niet meer garanderen. Bij toepassing van alternatieve accu’s is het verstandig om bij de leverancier een conformiteitsverklaring op te vragen. Dan is bekend dat de betreffende accu’s grondig zijn getest en aan de binnen noodverlichting geldende normen voldoen. Zorgvuldigheid blijft geboden, omdat wanneer de gekozen accu en laadmethode niet goed op elkaar worden afgestemd, dit een negatieve invloed heeft op hun functioneren. De NVFN gaat op hun site uitgebreid in op voor- en nadelen van verschillende typen accu’s.

Onderhoud
Goed onderhoud aan noodverlichtingssystemen vermindert de kans op storingen, bevordert de levensduur van armaturen en de effectiviteit van het systeem. Het basisprincipe bij onderhoud is dat noodverlichting onder gelijkblijvende omstandigheden de vereiste prestaties levert tot aan de volgende periodieke onderhoudswerkzaamheden of minimaal voor de duur van één jaar. Bij het periodiek onderhoud moet worden begonnen met het raadplegen van het laatste logboek en inspectierapport. In het logboek zitten de meest recente tekeningen van een installatie en er kunnen openstaande zaken of aanbevelingen in staan om tijdens het onderhoud op te pakken.

Stappenplan en inspecties
Bij het ontbreken van een logboek moet eerst een inspectie van het systeem worden gedaan. Voor het onderhoud aan decentrale noodverlichting bestaat een stappenplan met zeven onderdelen, waarvan de eerste een visuele inspectie betreft. Vervolgens komen het vaststellen van de laatste controledatum, onderzoek van de buitenant van de armaturen, een functietest, de vervanging van de lichtbron, onderzoek naar de binnenkant van de armaturen en de afronding van het onderhoud aan de orde. De NVFN beschrijft deze stappen in detail. Het is belangrijk om met de opdrachtgever af te stemmen aan welke normen voldaan moet worden. De momenten waarop inspecties plaatsvinden zijn na oplevering van een installatie, bij een nieuwe opdracht, na bouwkundige wijzigingen of na een aanpassing van de noodverlichtingsinstallatie. Er dient minimaal één keer per jaar een inspectie gedaan te worden, met als doel te bepalen of een systeem nog aan de vereiste normen voldoet.

Aansluitingen en veilig werken
Decentrale noodverlichting heeft constante voeding nodig via de voeding van de lichtgroepen van een betreffende ruimte. Daarbij zijn veel decentrale noodverlichtingsarmaturen op een geschakelde fase aan te sluiten, zodat ze mee kunnen schakelen met de reguliere verlichting. Centrale noodverlichting is direct achter een noodvoedingssysteem of onderstation aangesloten. Bij de aanleg van de kabelinfrastructuur dient voor het centrale noodvoedingssysteem rekening gehouden te worden met de bekabeling en afdichtingen tussen allerlei brandcompartimenten. Een eventuele brand in het ene compartiment moet geen nadelige invloed hebben op de noodverlichting in andere brandcompartimenten. Noodverlichting betreft een laagspanningsinstallatie, waardoor degenen die het onderhoud uitvoeren bekend moeten zijn met de risico’s van werken met elektriciteit en spanningsniveaus tot 1000V. Medewerkers dienen niet alleen informatie te krijgen omtrent deze gevaren maar ook precieze instructies over de uit te voeren werkzaamheden.

Binnenkort wordt in een volgend artikel dieper ingegaan op de verschillende soorten noodverlichting.