31.01.2023 | Interview Niels van der Horst
Lichthinder is een belangrijke factor waar Ellen de Vries - eigenaar van Het Lux Lab, een onafhankelijk lichtontwerpbureau - bij haar werk rekening mee moet houden. “Doe je dat niet goed, krijg je een ontevreden opdrachtgever want die hoort de kritiek van bewoners en passanten.”
Hoe belangrijk het ook is maar met het voorkomen van overlast door licht bereikt De Vries haar doel nog niet. “De essentie is wat je ademend licht zou kunnen noemen.”
Ademend licht
“De beste oplossing is niet één oplossing maar een reeks van afstemmingen voor verschillende momenten van de dag.” Ze doelt daarmee op zogeheten dynamische installaties die rekening houden met de hoeveelheid daglicht, mensen en verkeer op een bepaald moment van de dag. “Die werken met tijdschema’s maar ik kom nog heel veel ontwerpen tegen die alleen aan en uit gaan. Dat is echt niet meer van deze tijd.” Of het nou om een plein, een entree van een hotel of een ziekenhuis gaat, De Vries hoort vaak: ‘Doe eens wat leuks met licht’. “Veel mensen hebben geen idee wat er allemaal kan met licht.”
Het nieuwe roken
Licht is heel belangrijk voor ons slaap- en waakritme. “Chronobioloog Marijke Gordijn heeft eens gezegd dat hoe wij aan licht worden blootgesteld, het nieuwe roken is,” aldus De Vries. “Een installateur moet rekening houden met dat er ’s nachts zo min mogelijk licht schijnt maar dat we in de ochtend juist weer heel veel licht nodig hebben.” Koel licht is dan prima, daar waar we ’s avonds liever warmer licht om ons heen hebben, omdat we dan vermoeider zijn. “Een kantoor dat die mogelijkheid heeft, biedt al een basisvorm om mee te bewegen.”
Lichtbehoefte
Bij openbare lichtvoorziening kijkt De Vries naar onderlinge overeenkomsten van mensen. “We hebben een hekel aan verblindend licht, of een lichtkleur die niet past bij wat we aan het doen zijn.” Zo vereist zoeken naar iets wat je kwijt bent genoeg en helder licht maar behoeft een romantische setting een duidelijk zachter schijnsel. Het valt De Vries op dat de Nederlanders hierbij nog wat moeite hebben met ledlicht. Ze zijn nog niet gewend aan de nieuwe eenheden van lichtsterkte terwijl dat met de hoeveelheid watt altijd duidelijk was. Verder delen we als mens de enorme behoefte aan licht. In de winter krijgen sommigen zelfs depressies door de weinige zonuren. Alleen al omdat het gemiddeld een kleine helft per dag donker is, verdient de inzet van lichtinstallaties tijdens de donkere uurtjes veel aandacht.
RGB en W
De vier hoofdcomponenten rood, groen, blauw en wit (RGBW) vragen meer aandacht bij ledverlichting. De Vries: “Om er een beetje gezond uit te zien heb je een redelijke roodcomponent nodig. Soms zie je ledlicht dat zo geel is dat je je afvraagt of iedereen een leverziekte heeft.” Het licht van de ouderwetse gloeilamp bevat het volledige spectrum. Ledlampen hebben een veel kleiner deel van het scala aan kleuren. Dat komt door de slimmere en daardoor zuinigere manier van lichtvorming. Het komt dan aan op het (kunnen) vinden van de juiste mix met een lichtinstallatie. Net als de lichtsterkte is de lichtkleur een van de facetten die De Vries bij haar werk inzet om tot ademend licht te komen. Wanneer met RBGW kan worden gewerkt, ontstaan veel mogelijkheden en vrijheid in wat een lichtontwerper kan doen maar het vereist tegelijkertijd ook veel kennis.
Onderbelicht
Deze tak van lichtwetenschap komt volgens De Vries te weinig aan bod bij opleidingen. Het is geen apart vak, wat zijn impact heeft op het aantal mensen dat hier werkt in zoekt. “Ook stedenbouwkundigen zouden er meer van moeten weten,” voegt De Vries toe. Virtual reality is een van de wijzen waarop kennis vergaard kan worden. “Je loopt dan door een virtuele ruimte heen en dan kun je dus zien wat verschillende lichteffecten betekenen.” Ze wijst daarbij ook op de reflectie van licht op vlakken en vloeren die bijvoorbeeld met een bepaalde belijning ook aan rust of onrust kunnen bijdragen.
Beter businessmodel
De Vries maakt zich enigszins zorgen over dat er maar een paar installateurs goed zijn in dynamische installaties. Ze ervaart grosso modo weinig behoefte om meer van dit vakgebied te weten te komen en ziet vaak dat oplossingen gekopieerd worden. “Ze doen zich daar zelf mee te kort want met meer specialisatie en eigen unieke oplossingen kan je een veel beter business model optuigen. Ademend licht kan je al met een combinatie van warm en koud licht maken. Dat heeft wat minder mogelijkheden, maar heeft in 80% van de situaties voldoende impact. Basisvoorwaarde voor nu vind ik een dimbare installatie. Dat is toegevoegde waarde voor iedereen qua energiebesparing, gezondheid en beleving.”
Het Lux Lab
Ellen de Vries werkt vanuit Het Lux Lab: haar onafhankelijke lichtontwerpbureau. Veel openbare ruimten zijn ingericht op gebruik met daglicht. “Mijn werkgebied omvat de kwaliteit van het avond- en nachtbeeld van die publieke ruimte. Daarin speelt licht een hoofdrol. Binnen opdrachten werk ik samen met een stadspsycholoog, een stedebouwkundige, een data-analist, een softwareontwikkelaar… Zij zijn allemaal nodig om een stip aan de horizon te zetten en om gefundeerd richting te geven aan een openbaar lichtplan.” Door haar ervaring kan ze goed communiceren met al die verschillende vakmensen en als een soort gids projecten begeleiden. “Door de hoeveelheid aan informatie die op opdrachtgevers afkomt en ook door de segmentatie binnen gemeenten, raken mensen het spoor bijster. Hoe eerder ik bij een proces word betrokken des te meer ik er voor kan betekenen.”
Ellen de Vries is co-auteur van het Manifest Licht dat eind vorig jaar aandacht vroeg voor het belang van ademend licht in de openbare ruimte.
Bouwend Nederland, Techniek Nederland, OnderhoudNL en Aannemersfederatie Nederland
NEN
Wekelijks op de hoogte blijven van de beste analyses en de nieuwste producten?
Meld u nu aan voor de nieuwsbrief!